Wat is trombose?

Een trombose is een bloedprop in een ader, slagader of het hart. Een bloedprop kan soms een bloedvat geheel of gedeeltelijk verstoppen. Een bloedprop kan in ieder bloedvat ontstaan. Ons systeem van bloedstolling is bedoeld om bloedverlies bij verwondingen te voorkomen, als het systeem gaat werken zonder dat er een bloeding is maakt het dus een onnodige bloedprop die vast kan gaan zitten in een ader, slagader of het hart ook wel een trombose. Een bekende vorm van trombose is een bloedprop in een ader van je been, dit wordt een trombosebeen genoemd. 

 

 

(Mogelijke) oorzaken trombose:

Er zijn verschillende redenen waardoor de trombose kan ontstaan.

      • Een onregelmatige bloedvatwand.
          • Roken.
          • Hoog cholesterolgehalte.
          • Diabetes.
          • Hoge bloeddruk.
      • Een trage bloedstroom.
          • Langdurige bedrust.
          • Boezemfibrilleren ook wel een hartritmestoornis.
          • Na een operatie.
          • Gipsbeen.
          • Lange vlieg- en busreizen.

      • Een veranderende samenstelling van het bloed. 
          • Te veel aan bloedcellen.
          • Te kort aan remmers.

 

 

 

 

 

Gevolgen trombose:

De gevolgen van trombose zijn vooral de gevolgen voor de hersenen, het hart en de benen.

  • De gevolgen in de hersenen:
      • Hersenembolie
      • Herseninfarct
      • Trombosehoofd

  • De gevolgen in het hart:
      • Onregelmatige hartslag
      • Hartklepafwijking
      • Hartinfarct

  • De gevolgen in de benen:
      • Trombosebeen
      • Longembolie
      • Posttrombotisch syndroom (PTS)

  • De gevolgen in het algemeen:
      • Een zwaar gevoel of pijn.
      • Een rode tot blauwachtige verkleuring in het ledemaat dat afgesloten is door de bloedprop.
      • Lichte temperatuursverhoging.
      • Strakgespannen lichaamsdelen.
      • Snel vermoeid.
      • Klachten met bewegen.
      • Vochtophoping.
      • Opzwellingen door vochtvasthouding.

 

 

Advies begeleiding voor de MZ-er:

  • Lichamelijk: 
      • Laat je cliënt zo veel mogelijk bewegen.
      • Zorg er voor dat de cliënt goed eet en drinkt.
      • Zorg er voor dat je cliënt goed slaapt en dus niet oververmoeid raakt.
      • Schakel atijd een arts in als je symptomen van een trombose ziet.
      • Ondersteun het ADL.

 

  • Sociaal: 
      • Zorgen dat de patiënt toch genoeg aandacht krijgt waardoor het zich tenminste niet alleen gaat voelen.
      • Zorgen dat de patiënt zich niet de hele tijd verveeld bedenk activiteiten of ander tijdverdrijf die haalbaar en leuk voor de patiënt kunnen zijn.
      • Vraag familie en vrienden een extra keer langs te komen.
      • Licht de familie in zodat ze op de hoogte zijn en zich kunnen voorbereiden en weten hoe ze er mee om kunnen gaan.
      • Laat de cliënt naar een praatgroep gaan voor mensen die ook een trombose hebben zo komt hij/zij er achter dat hij/zij niet de enige is.

 

  • Psychisch: 
      • Zorgen dat de patiënt niet in de knoop raakt met zichzelf aangezien hij of zij nu eventjes niks kan en vooral moet uitzieken. 
      • Laat de cliënt veel rusten en vermijdt stress.
      • Maak het probleem bespreekbaar met je cliënt en ga samen opzoek naar mogelijkheden.
      • Laat de cliënt niks opkroppen praat veel met hem/haar zo verklein je de kans op een trombose.

 

Websites:

http://www.trombosestichting.nl/trombose/oorzaken-trombose/algemene-informatie-oorzaken-trombose.html

https://vaatchirurgie.slingeland.nl/kenniscentrum/Ziekten-aandoeningen/Trombose/1046/1133

 

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

In welk zorgsector werkt u?